Historie
De Volharding 1 is in 1928 geleverd door de heer van Loon, woonachtig te Vreeswijk, een bouwopdracht getekend voor de scheepswerf “De Hoop” te Hardinxveld. - Giessendam. Overeen gekomen werd een sleepboot te bouwen volgens “Zeeland – type” doch met open bunkerluiken. De mast uit te voeren in rijnvaart - type. Dit was strijkbaar naar voren. Het Rijnvaart-vermogen moest minimaal 28 PK bedragen. De bouwprijs werd afgemaakt op f 550,-- per R.PK. Zij bedroeg dus 28 x f 550,-- = f 15.400,--
De werf versleepte, na gereedkomen, het casco naar de Vlaardingsche Machine. Fabriek “Kreber” alwaar de machine en ketel werden geïnstalleerd. Kreber had in die tijd ketels en machines kant en klaar op voorraad zodat de inbouwtijd zeer kort was. Voor het type schip als de "Volharding 1” bedroeg dit 12 werkdagen.
Eén werkdag was toen 12 uur. In Augustus 1929 werd de boot weer terug gevaren naar de Werf “De Hoop”. Ditmaal op eigen kracht met kapitein, machinist en stoker van de firma Kreber. De werf de hoop bouwde vervolgens het schip af.
Oktober 1929 was zij geheel gereed. en voorzien van de naam "HARMONIE 6”. De heer van Loon werd uitgenodigd voor de proefvaarten met als kapitein de heer P.Sarras. De “HARMONIE 6” maakte 3 sleepreizen alvorens te worden ingeschreven in het scheepskadaster te Dordrecht in het jaar 1930.
In het Rijnvaart Scheepsregister, sectie Dampfschiffe, volg nr. 661 op pagina 724 vinden wij als datum
28 Januari 1930 te Rotterdam Machine vermogen 160 I.PK.
Aan de hand van gesleept gewicht en tijd kwam het R.PK van de machine tot stand hetwelk voor de “HARMONIE 6" uitkwam op 29,2 R.PK. In hedendaags Nederlands betekent dit 29.2 x 6 = 175,2 PK, effectief mits gevoed door een stoomspanning van 14'5 atm. Dit soort machines werden dan ook wel R-machines genoemd. Waarbij de R voor Rijnvaart stond.
Tot 1940 hield de “HARMONIE 6” zich bezig met rijnsleepwerk en binnenlands sleepwerk. In de Mei-dagen werd ze gebombardeerd door de Luftwaffe, Amsterdam-Rijnkanaal. Alles mis. In Vreeswijk ervoer de bemanning eerst dat de oorlog uitgebroken was. Ze werd naar Wageningen gestuurd voor evacuatie van mensen en dieren (koeien en paarden). Wat de boot heeft uitgevoerd gedurende de oorlogstijd is niet meer te achterhalen. De huidige machinekamer trap dankt de boot aan het houten been ven de heer Visser en het schelden van kapitein Jan Pouw. In 1950 verspreidde de heer van Loon het bericht dat hij zijn schepen van
de hand wilde doen.
De directie van de V.O.S. (Verenigde Onafhankelijke Sleepdienst) werd ingeseind door de heer van Beuningen. De Chef - machinist van de V.O.S., Adrie Niggelie, kreeg in April 1951 opdracht naar Vreeswijk te gaan om de “HARMONIE 6” te bekijken.
Des morgens vertrok de heer Niggelie op de brommer naar Vreeswijk in hemels schitterend weer. Bekeek de boot en onderhield zich met de heer van loon maar wilde zich over een prijs niet uitlaten. In de middag verliet hij Vreeswijk om halverwege in een niet stoppende plensbui te geraken om vervolgens als een verzopen kat op het Willemsplein aan te komen alwaar de directie zat te wachten.
|
|
De bevindingen zijn kort en duidelijk. Goed onderhouden, sterke boot. 15OO Kg stoom per uur. R 29 vermogen.
Uitgaande van nieuwbouw prijs à f 1000-- per RPK moesten de heren hun zakelijke lusten verder maar op de heer van loon botvieren. Voor zover het Niggelie betrof was het een goed schip.
Uiteindelijk werd besloten tot aankoop voor de somma van f 30.000,-- Contant te voldoen. De “HARMONIE 6” vertrok naar de werf in Rotterdam aan de Nassauhaven alwaar de volgende modificaties werden uitgevoerd:
- De mast werd vernieuwd en achterwaarts strijkbaar gemaakt.
- De neuring- en boots- Davits gedemonteerd
- De strangenlier gedemonteerd
- Ankers afgenomen.
Op aanwijzing van de Hr Niggelie werd een schroefas-generator ingebouwd. De generator was toen
een Delco-Remy afkomstig van het US leger depôt. Het voordeel was dat nu niet meer gebruik gemaakt behoefde te worden van de stoomverslindende voldruk, BB zijde bordes, staande lichtmachine. Verder werd het roer aangepast voor "Zeeschip assistentie”.
De, HARMONIE 6 werd omgedoopt in "VOLHARDING 1” en begon op 1 Juni 1951 aan haar 2e bestaans-fase. De hr Niggelie heeft haar tot 1954 als machinist bevaren. Daarna alleen nog incidenteel als er moeilijkheden waren. Inmiddels was de hr Niggelie bevorderd tot Chef Tech Dienst.
Na de watersnoodramp van 1 februari 1953 werd de "VOLHARDING 1", samen met de "VOLHARDING 14", in augustus 1953 aan een aannemerscombinatie te Zierikzee verhuurd en ingezet voor het dijkherstel in de provincie Zeeland.
Langzaam maar zeker werd de "VOLHARDING 1" ingehaald door de tijd en de laatste jaren van haar bestaan onder de vlag van de V.O.S. voornamelijk nog ingezet voor het leveren van stoom aan zeeschepen en bedrijven zoals stoomwasserijen waarvan de eigen ketel voor reperaties of de verplichte jaarlijkse keuring tijdelijk buiten bedrijf gesteld was en men op deze manier toch hun bedrijf draaiend konden houden. In 1967 viel echter het doek voor de Volharding 2. Zij werd uit de vaart genomen en met de kap over de schoorsteen opgelegd in de Dokhaven in afwachting van de dingen die komen zouden.
In 1967 werd zij voor het luttele bedrag van f 1,-- eigendom van het scheepvaartmuseum PRINS HENDRIK” te Rotterdam. Gesleept door de “Cosmopoliet 2" werd zij naar de Dokhaven gebracht om aan haar 3e levensfase te beginnen. Het P.H.Museum verplichtte zich contractueel:1e. Geen sleepwerk op commerciële basis verrichten.
2e. Te behouden in oorspronkelijke V.O.S. staat.
De “VOLHARDING 1” lag vervolgens twee jaar lang te verpieteren aan de trossen in voornoemde haven.
Eind 1969 werd zij verhaald naar de werf van der Giessen - de Noord. alwaar zij tussen neus en lippen door langzaam maar zeker weer in toonbare staat werd terug gebracht.
Op 25 Mei 1978 werd de Vereniging Volharding 1 opgericht en een bruikleenovereenkomst
aangegaan met het Prins Hendrik museum. Doel hiervan was en is:
Het in de vaart houden en onderhouden van het SS “VOLHARDING 1”.
Op 22 december 1978 werd de "VOLHARDING 1" door het museum in langdurig bruikleen gegeven aan de Vereniging Volharding 1, die sinds die tijd het schip restaureert, onderhoudt, en exploiteert. Nadat het P.H.Museum haar buitencollectie in december 1988 informeel overgedragen had aan de Stichting Buitenmuseum Leuvehaven, een besluit dat pas in 1993 officieel door de Rotterdamse gemeenteraad werd bekrachtigd. Na de fusie tussen de Stichting Buitenmuseum Leuvehaven en de Stichting Openlucht Binnenvaartmuseum in 2003 werd Het Havenmuseum officieel eigenaar van de
"VOLHARDING 1".
De "VOLHARDING 1" heeft sinds enige jaren weer haar vaste ligplaats in de Leuvehaven en in de loop der tijd is het vaartuig diverse malen grondig gerestaureerd. Tijdens de laatste restauratie is de triple-expansie machine door vrijwilligers van het museum geheel in eigen beheer gereviseerd en is er in de ketel een nieuwe vuurgang aangebracht.
Dit stuk maritiem erfgoed bevindt zich momenteel weer in topconditie en is ondanks haar hoge leeftijd
van 80 jaar nog lang niet uitgevaren. Op maandag 4 augustus 2008 escorteerde de VOLHARDING 1 feestelijk het ss Rotterdam van Hoek van Holland naar Rotterdam.
Dat zij ook als sleepboot nog steeds haar mannetje (of vrouwtje) staat, bewijst wel het feit dat zij op 6 juni 2009 zonder problemen de historische Dortmunder Rival van Arie Hoek van de Rotterdamse Leuvehaven naar Dordrecht sleepte voor deelname aan de manifestatie ‘Vaart in Dordt 2009’. Oude tijden herleefden die zaterdag en dit zal zeker niet voor de laatste keer zijn als het aan Het Havenmuseum en de bemanning van de VOLHARDING 1 ligt.
Bronnen:
Kapt' : Jan Pouw
Mach : Nico Kalden
T.D. : Adrie Niggelie.
: Oudheidskamer Vreesrijk.
Scheepshistorie 9, Lanasta – ISBN: 978-90-8616-076-I